zaterdag 5 juni 2010

Drs. Fredje

(Foto gemaakt door Anne, op haar blog heeft zij ook een mening...)

Eén van de credo’s van de USBO lijkt te zijn: ‘Wij geven u geenszins de antwoorden, beste mensen!’ In mijn zoektocht naar antwoorden hoop ik ze dan ook nooit te vinden. Maar ik wil wel weten hoe te zoeken. OCM 10 verwerd tot een verrijking. Verrijkend én confronterend. In de afgelopen twee jaar ben ik meer dan eens mezelf tegengekomen door literaire goden, dissidente wetenschappers, door inspirerende sprekers, door (baldadig) deskundige medestudenten, door gedegen begeleiding. Erop terugkijkend had ik het allemaal niet willen missen. OCM 10 is één groot ‘process of shaking’ gebleken!

Halverwege de studie heb ik wel eens bedacht – en verzucht – waar ik toch in ’s hemelsnaam aan begonnen was. Het zoeken naar was dikwijls een dwalen in. Ook al denk ik een filosofische inslag te hebben, het hebben van enkele zekerheden is ook wel eens prettig. Maar wat als de ene vooraanstaande wetenschapper wordt tegengesproken door de andere? Wat blijft er nog overeind als alles betwist wordt? Wat blijft er van mij over als ik zo door elkaar geschud word?

Ik kwam de studie binnen met het idee een goede kijker te zijn. Een observant die wist te interpreteren wat hij zag. Omdat zien ook luisteren is, en voelen. Omdat ik dacht te interpreteren vanuit objectiviteit. Althans, zo mogelijk.

Kijken kan niet zonder luisteren, zonder (in)voelen, en is als zodanig dus nooit waardenvrij. Maar is dat dan zo erg?

Ik kwam de studie binnen met het idee een redelijk goede manager / onderzoeker te zijn. Eentje die uniciteit voorstond, diversiteit en authenticiteit. Maar ze bleken al gauw holle begrippen te zijn. Inhoudsloze aannames, omdat hun werkelijke betekenissen niet werkelijk tot mij doordrongen. Ik had eigenlijk geen benul van hun wezenlijkheden.

Gaandeweg zag ik in dat ik bol stond van paradoxen: intuïtief, maar berekenend; impulsief, maar overwogen; normatief (!?), maar vrij van dogma’s; empathisch, maar uitgesproken duidelijk; sfeergevoelig, maar ‘harteloos’. (De laatste ‘kernkwaliteit’ is van horen zeggen.)

Ik dacht een voluntarist te zijn, met soms wat deterministische trekjes. Ik dacht een opportunistische moralist te zijn, maar niet bevoogdend.

Gedurende OCM 10 begon ik mij af te vragen in hoeverre deze schijntegenstellingen mijn zicht op organiseren, cultuur en management ‘vertroebelden’.

Wat ben ik door elkaar geschud en wat ben ik velen dankbaar daarvoor! OCM is zoveel meer gebleken dan ik ooit voorzien had. Het heeft mijn denken verruimd, mijn kijken, horen en voelen. Het heeft mij gewezen op de werkelijkheid die niet werkelijk bestaat, het onderstreepte mijn zijn in een werkelijkheid die zich in alle vormen kan manifesteren. Mensen, wat een vrijheid!

Nooit zal ik een overtuiging kennen zonder dat deze betwist zal worden. Nooit zal ik het antwoord vinden, zonder dat deze weersproken zal worden. Leve de verwondering, leve de zoektocht!

Ik heb me altijd gesteund geweten tijdens de studie. In de eerste tot en met de laatste plaats door mijn grootste liefde Anne, die als geen ander wist wat deze studie voor me betekende. Die mij wees op mijn manier van schrijven: ‘Schat, je schrijft ’t allemaal prachtig hoor, daar niet van, maar het is niet te volgen!’ En die op het perron stond, middernacht, met twee dampende coffee-to-go.

Ik wist me gesteund door mijn drie meiden, die geen flauw idee hebben wat ik allemaal deed, en dat graag zo wilden houden.

Ik ben het bestuur van de Stichting SAM dank verschuldigd en vooral de algemeen directeur Gerard van Lochem, die allen in mij geloofden.

Jan Boessenkool, in zijn onmetelijke wijsheid, zijn geduld en groene jas. Vanaf het eerste moment voelde ik broederschap. De eerlijkheid gebiedt wel te zeggen dat voetballers dat altijd vanaf het eerste moment voelen. En Marianne Dortants, die zich ontpopt heeft als de mater familias van het tiende. Zij heeft de boel bij elkaar gehouden. Voorwaar geen kleinigheid!

En de laatste die ik wil noemen is Robert Leijte. Wat een kerel, wat een kracht- en prachtmens! Hij hield me scherp, hij prikkelde, shockeerde, masseerde en relativeerde. Hij liet zien dat alles mogelijk is, ondanks diepe duisternis. Ik heb me bewogen in het discours Leijte en het heeft me goed gedaan!

De studie Organisatie, Cultuur en Management is afgerond. Ter lezing ligt hier een stuk F. ter Haar, dat vooral als vingeroefening beschouwd moet worden, daar de poging waardevrij onderzoek te doen, faliekant mislukt is.

OCM 10 is klaar, maar ik moet nog alles leren.

(Voorwoord interventieonderzoek 'Leiderschap')


Vandaag is mijn vader jarig.


1 opmerking: