maandag 2 augustus 2010

Vercheny, de verhalen

deel 2
Lieve mensen, wat hadden we de sokken erin! Er was een finale te halen. Daan en Peter hadden bij een kroegbaas in Saillans de beste plaatsen gereserveerd. Met georganiseerd voetbal-tot-in-de-detail had het Nederlands Elftal zich een plek in de eindstrijd weten te bemachtigen. Tegen Spanje, heersend Europees Kampioen, dat dan weer wel. We waren positief gestemd. En na 3 finales op mondiaal niveau diende er ’s een keer gewonnen te worden.
Met TomTomBram constant op honderddertig jakkerden we door Nederland, raceten we door België, vlogen we door Luxemburg – en passant twee sloffen sigaretten gekocht – zodat we bij de Franse grens wel zes minuten waren ingelopen op de eindtijd. Koffiedrinken bij elk benzinestation kostte toch meer tijd dan we dachten.
Ergens op onze dollemansrit – bij het twaalfde kopje koffie – waren we getuige van een buitengemeen hartelijke begroeting tussen twee, naar wij menen, Friese stellen. Beide hadden kinderen. Het tafereel vond plaats op een grasveldje, naast de parkeerplaats van een alleraardigste benzinepomp. Ik bedenk dan dat zij hier hebben afgesproken. Hoe verzin je ‘t?
‘Halloooo dan!’ (vader 1)
‘Heeee!’ (vader 2)
‘Zo, daar zijn we dan!’ (moeder 1)
‘Nou!’ (moeder 2)

Vervolgens werden, door vader 1 en vader 2, de kleedjes gespreid. Het waren geblokte matjes met een plastic onderkant, reuze handig. De ouders namen in kleermakerszit plaats op de reuze handige kleden, veel te dicht bij elkaar en een ongemakkelijke stilte volgde.
‘Ruik ik daar Jelle?’ (moeder 1)
‘Dat zou zo maar kunnen wezen, Silke!’ (vader 1)
‘Kijk jij ’s even in z’n luier, Sietse!’ (moeder 1)
‘Poept-ie van jullie ook zoveel met deze drukkende warmte?’ (moeder 1)
‘Nou en of!’ (moeder 2)
Rillend van afgrijzen smeten we onze halve bekers koffie weg. Waarom verworden man en vrouw tot debiel na verkregen ouderschap en worden poepluiers thema van gesprek? We stampvoetten weg en slingerden het dorre viertal hoorbaar toe:
‘Schat, wat zie je er vandaag weer geil uit! Ik kan je wel likken!’
Later, in de auto, bedenk ik zuur dat ik, als vader van 3 meiden (al jaren uit de luiers), waarschijnlijk niet anders was. Of ben.

Verontrust kijk ik uit raam.
Het Franse landschap zoeft aan ons voorbij.
Anne rijdt.

2 opmerkingen:

  1. Waarna hij Anne verontrustend achterliet met het gedeelde gedachtegoed. Was Ferre ook ooit zo? Zou dat kunnen? En waar is hij dan nu gebleven? Wanneer wassie dan trouw aan zichzelf? Die jaren terug of nu?
    Gelukkig reed ik.

    BeantwoordenVerwijderen